- Schouder
- Diagnostiek bij schouderklachten
- De anatomie van het schoudergewricht
- Conservatieve behandelingen van schouderklachten
- Operatieve behandelingen van schouderklachten
- Artroscopische chirurgie
- Rotator cuff letsel
- Frozen shoulder
- Schouderprothese
- Anatomische schouderprothese
- Omgekeerde (reversed) schouderprothese
De anatomie van het schoudergewricht
Het schoudergewricht vormt de verbinding tussen de bovenarm, het schouderblad en het sleutelbeen. Het schoudergewricht bestaat uit drie gewrichten. Het kogelgewricht maakt de kop van de bovenarm met de kleine kom van het schouderblad (glenohumeraal gewricht). Het schuifgewricht maakt het uiteinde van de sleutelbeen met het dak van het schouderblad (Acromioclaviculair gewricht; AC-gewricht). En het glijgewricht maakt het lichaam van het schouderblad met de rug (scapulothoracale gewricht). De bewegingsmogelijkheid van het schoudergewricht wordt vergroot doordat het schouderblad meebeweegt. Deze gewrichten samen maken het mogelijk dat de bovenarm in alle richtingen kan bewegen en grote bewegingsuitslagen haalt.
Het schoudergewricht wordt omgeven door een gewrichtskapsel. Dit kapsel is aan de binnenzijde bekleed met synovia (gewrichtsslijmvlies). Het kapsel zorgt voor stabilisatie van de kop van de bovenarm in de ondiepe gewrichtskom. Om de kom en de kop beter op elkaar te laten aansluiten zit er een kraakbenige ring rondom de kom, deze ring wordt het labrum genoemd. Daarnaast fungeert het labrum als aanhechtingsplaats voor verschillende pezen en gewrichtsbanden. Het labrum vormt samen met kapsel en de ligamenten een bescherming zodat de schouderkop niet uit de kom schiet (schouderluxatie).
Voor de bewegelijkheid en stabiliteit van de schouder zijn vele spieren nodig. De belangrijkste voor de stabiliteit zijn de vier rotator cuff spieren. De pezen en spieren van de rotator cuff bieden actieve stabiliteit en helpen met de draaibewegingen van de bovenarm. Andere belangrijke spieren zijn de deltoideus-spier, de biceps en de trapezius-spier. Deze spieren vormen de contouren van de schouder.
De slijmbeurzen rondom de schouder zorgen ervoor dat de spieren gemakkelijk over de uitstekende botdelen kunnen glijden. De belangrijkste slijmbeurs in de schouder is de slijmbeurs tussen het dak van het schouderblad en de kop van de bovenarm (bursa subacromialis). Als de bovenarm in de kom beweegt dan glijden de rotator cuff spieren onder dit dak, de slijmbeurs zorgt ervoor dat dit zonder wrijving gebeurd. Soms raakt deze slijmbeurs echter geïrriteerd door het vaak doen van dezelfde beweging en veel bovenhandswerken. Deze geïrriteerde slijmbeurs kan ontstekingen en/of pijnklachten veroorzaken.