Bel mij
Portal

Ziekte van Dupuytren (koetsiershand)

Bij de ziekte van Dupuytren is sprake van een fibromatose van de peesplaat van de handpalm en vingers. Dit ziektebeeld is in 1831 voor het eerst beschreven in Parijs, door baron Guillaume Dupuytren.

Het klassieke beeld wordt gekenmerkt door de ontwikkeling van harde knobbels in de handpalm en vingers, die zich uiteindelijk uitbreiden tot strengen van fibrotisch weefsel (een soort littekenweefsel).

Als deze verdikkingen langdurig aanwezig zijn, kan dit leiden tot het kromtrekken van vingers en handpalm. De aandoening breidt zich uit tussen de huid en de buigpezen. Secundair kunnen de gewrichtskapsels verschrompelen als de verkrommingen langdurig zijn. De strekpezen zijn niet aangedaan bij dit ziektebeeld. In 50% van de gevallen komt de aandoening aan beide handen voor.

Als slechts 1 hand is aangedaan, betreft dit meestal de rechterhand. De aandoening begint meestal aan de pink en ringvinger en breidt zich daarna uit richting duim.

 

Wat betreft de oorzaken is er onder andere een erfelijke factor. Daarbij kan de fibromatose ook op andere plaatsen in het lichaam aanwezig zijn, zoals in de voetzolen (Ziekte van Ledderhose) en in de penis (Ziekte van Peyronie). De precieze oorzaak van deze aandoening is niet bekend.

Naast de genetische factoren spelen ook het gebruik van alcohol, roken, zware handenarbeid, epilepsie en suikerziekte een rol. Mannen hebben een 8 keer grotere kans dan vrouwen om de ziekte van Dupuytren te krijgen.

 

Stellen van de diagnose

De diagnose wordt puur op het klinisch beeld gesteld.

Klachten

Patiƫnten met deze aandoening merken dat er aanvankelijk pijnlijke verdikkingen optreden in de handpalm of aan de buigzijde van de vingers. Uiteindelijk worden dit strengen en men merkt dat de gewrichten tussen middenhandsbeentjes en vingers stijver worden en niet meer goed gestrekt kunnen worden.

Behandeling

Bij beginnende contractuurvorming (dit is het kromtrekken van de vingers) kan een spalk effectief zijn. Ook kan fysiotherapie tijdelijk effect hebben op het soepel houden van de vingers en hand. In het verleden zijn allerlei testen verricht met onder andere bestraling, medicatie, etc. Allen zonder effect.

Uiteindelijk is vaak een operatie nodig, om de bindweefselstrengen te verwijderen en zo te zorgen dat vingers en handen weer recht gemaakt kunnen worden. De aandoening kan na langere tijd ook op andere plaatsen in de hand ontstaan.

Operatie

Bij de operatie worden verschillende Z-vormige huidsnedes gemaakt. De fibreuze strengen worden verwijderd, waarbij voorzichtig geprobeerd wordt de in de buurt lopende zenuwen vrij te leggen en te sparen. Eventueel krijgt u na de operatie een spalk om de hand aangemeten, die ervoor zorgt dat met name ’s nachts de vingers en handpalm niet krom kunnen trekken.