- Pols
- Triggerfinger
- Ziekte van Dupuytren (koetsiershand)
- Artrose
- Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
- Ziekte van (Morbus) de Quervain
- Ganglion
- Ulnaropathie
- Ulnaropathie
- Reuma
- SL ruptuur
- TFCC letsel
Ulnaropathie
Ulnaropathie is een klachtenpatroon veroorzaakt door een beknelling van de nervus ulnaris (één van de drie grote zenuwen in de onderarm).
Deze zenuw kan bekneld raken bij de elleboog: in dit geval spreken we van Cubitale tunnel syndroom. Dit is de meest voorkomende plek van beknelling van de nervus ulnaris. Vaak wordt de zenuw op deze plek bekneld door een bindweefselband. De ruimte waar de zenuw doorheen loopt is hier vrij nauw en wordt nog kleiner door buigen, waardoor de beknelling toeneemt. De beknelde zenuw kan de signalen niet goed doorgeven waardoor klachten ontstaan.
Ook kan de zenuw bekneld raken ter hoogte van de pols, in het zogenaamde kanaal van Guyon. Dit wordt ook wel Ulnar tunnel syndroom genoemd. Beknelling van de zenuw in de pols en handpalm kan voorkomen door herhaald trauma (zoals bij timmeren), door een oude breuk in een handwortelbeentje (hamatum of pisiforme), door een afwijkingen in de bloedvaten die langs de zenuw lopen, of door een ganglioncyste die tegen de zenuw drukt.
Klachten
De nervus ulnaris verzorgt het gevoel in de pink en de helft van de ringvinger. Daarnaast loopt de zenuw naar verschillende handspieren. Typische klachten van ulnaropathie zijn tintelingen, gevoelsstoornissen en/of pijn in de pink en de ringvinger. Soms is ook de pinkzijde van de onderarm pijnlijk. Er kan bij ernstige beknelling een zwakte optreden in de handspieren die door de nervus ulnaris worden aangestuurd.
Als de beknelling ter hoogte van de elleboog zit, dan kan het zitten met gebogen elleboog, of het langdurig op de elleboog leunen de klachten verergeren.
Stellen van de diagnose
Het klachtenpatroon wordt uitgevraagd en er wordt lichamelijk onderzoek uitgevoerd. Vaak wordt de neuroloog geconsulteerd om de diagnose te bevestigen door een zogenaamd EMG (elektromyogram) uit te voeren. Aanvullend kan het soms nodig zijn om een echo van de elleboog of de pols te maken om te bepalen waar de beknelling vandaan komt.
Behandeling
Indien er milde klachten zijn dan kan een conservatieve behandeling worden ingesteld. Voor beknelling bij de elleboog kan tijdelijk een nachtspalk worden gedragen die het buigen van de elleboog voorkomt. Voor beknelling ter hoogte van de pols kan ook een brace en het aanpassen van uitlokkende activiteiten worden voorgeschreven. De handtherapeut kan specifieke oefeningen en behandelingen geven die de irritatie van de zenuw verminderen.
Operatie
Bij langer bestaande klachten, bij spierzwakte of indien conservatief beleid onvoldoende effectief is dan kan gekozen worden voor een operatieve behandeling. Hierbij wordt de nervus ulnaris opgezocht ter hoogte van de beknelling en wordt deze vrij gelegd zodat de irritatie kan herstellen en de zenuw weer goed de signalen door kan geven. Zowel de ingreep aan de elleboog en aan de pols kunnen in dagbehandeling plaatsvinden met verdoving van de gehele arm of onder algehele narcose.