- Hand
- Artrose
- Ganglion
- Triggerfinger
- Ziekte van Dupuytren (koetsiershand)
- Mucoïd cyste
- Duimbasis Artrose
- Skiduim
- Artrose van de vinger gewrichten (PIP en DIP)
- Mallet finger
- Enchondroom
- Glomustumor
- Ulnaropathie
- Reuma
- SL ruptuur
- TFCC letsel
- Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
- Ziekte van (Morbus) de Quervain
Mallet finger
Bij een mallet finger is de strekpees naar het eindkootje van de vinger gescheurd, of is de aanhechting van de pees met een klein botfragment los gescheurd van het eindkootje. Hierdoor ontstaat een ‘afhangend’ kootje en kan het topje niet meer actief gestrekt worden. Een mallet finger ontstaat door het stoten van de vingertop, bijvoorbeeld tijdens het opmaken van het bed, of wanneer er een bal op de vingertop komt.
Klachten
Er is een doorgemaakt letsel geweest (stoten) van de vinger en er is een hangende vingertop die niet actief gestrekt kan worden. De pijn is vaak wisselend in ernst.
Stellen van de diagnose
Het klachtenpatroon wordt uitgevraagd en er wordt lichamelijk onderzoek verricht. Er wordt een röntgenfoto gemaakt om te kijken of er een stukje bot is afgebroken.
Behandeling
In het grootste deel van de gevallen kan een mallet finger behandeld worden door het dragen van een spalkje waarbij het eindkootje recht gehouden wordt. De handtherapeut kan dit spalkje maken. Het spalkje moet in ieder geval 6-8 weken gedragen worden en wordt dan, afhankelijk van de toestand van de vinger, langzaam afgebouwd.
Operatie
Wanneer de mallet finger al langer bestaat (maanden), of wanneer de behandeling met de spalk onvoldoende goed helpt, dan kan een operatie worden uitgevoerd. Hierbij wordt de continuïteit van de pees hersteld en wordt het laatste gewrichtje van de vinger tijdelijk in gestrekte positie gehouden met een ijzeren pennetje.
De operatie vindt plaats in dagbehandeling met locale verdoving van de vinger.