- Hand
- Artrose
- Ganglion
- Triggerfinger
- Ziekte van Dupuytren (koetsiershand)
- Mucoïd cyste
- Duimbasis Artrose
- Skiduim
- Artrose van de vinger gewrichten (PIP en DIP)
- Mallet finger
- Enchondroom
- Glomustumor
- Ulnaropathie
- Reuma
- SL ruptuur
- TFCC letsel
- Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
- Ziekte van (Morbus) de Quervain
Artrose van de vinger gewrichten (PIP en DIP)
De PIP en DIP gewrichten zijn de gewrichten tussen de vingerkootjes en worden respectievelijk gevormd door het eerste en middelste kootje (PIP gewricht) en het middelste en laatste kootje (DIP gewricht). Als het gewrichtskraakbeen dunner wordt door slijtage dan is er sprake van artrose. Het kraakbeen kan uiteindelijk helemaal verdwijnen. Door de slijtage van het kraakbeen ontstaat er irritatie van het gewrichtsslijmvlies (synovitis), wat pijnklachten, warmte en zwelling van het versleten gewricht geeft. Ook maakt het gewricht aan de randen vaak extra bot aan, waardoor knobbels (deformiteit) ontstaan ter hoogte van de gewrichten.
Klachten
De klachten bestaan uit pijn, zwelling en warmte, stijfheid en het ontstaan van knobbels aan het aangedane gewricht.
Bij slijtage van het middelste gewricht (PIP) wordt het door de stijfheid in het gewricht soms moeilijke om dingen goed vast te pakken omdat de vinger niet goed meer gebogen kan worden. Bij slijtage van het laatste gewricht (DIP) is het typisch dat er pijnlijke knobbels op de gewrichten ontstaan. Ook kan er een standsafwijking in het gewricht ontstaan waardoor de vinger een kant op gaat wijzen. Soms is er een cyste (mucoïdcyste) op het eindkootje zichtbaar. Soms is het zo dat naarmate de knobbels op het eindgewricht groter worden, de pijnklachten juist weer afnemen.
Stellen van de diagnose
Het klachtenpatroon wordt uitgevraagd en er wordt lichamelijk onderzoek verricht. Ook wordt een röntgenfoto van de vinger of hand gemaakt, waarop slijtage goed te beoordelen is.
Behandeling
Een gewricht met slijtage reageert vaak versterkt op belasting. Dit komt meestal door de aanwezige synovitis. Door de belasting op het gewricht te verlagen, neemt de synovitis af en neemt de pijn ook af. In het geval van PIP artrose kan het dragen van een spalkje om het gewricht te ondersteunen hierbij helpen. De handtherapeut kan begeleiden bij de behandeling. In het geval van DIP artrose is de behandeling vooral gericht op pijnverlichting.
Het gebruik van pijnstillers of ontstekingsremmers kan de pijn ook verminderen.
Operatie
Indien alle conservatieve behandelingen onvoldoende effectief waren, dan kan een operatieve behandeling worden gekozen. Het doel van de behandeling is pijnreductie.
In het geval van PIP artrose, dan kan afhankelijk van de stabiliteit en bewegelijkheid van het gewricht een gewrichtsvervangende prothese worden geplaatst. Een alternatief is het vastzetten van het gewrichtje. Nadat het gewrichtje aan elkaar vast is gegroeid, is er verminderde bewegelijkheid in het gewricht, maar de pijn zal verdwenen of minimaal zijn.
In het geval van DIP artrose, dan is het vastzetten van het gewrichtje de operatieve behandeling. Na deze ingreep blijft de vinger goed functioneel en zijn de pijnklachten aan het gewricht verdwenen.
De operatie vindt plaats in dagbehandeling. Afhankelijk van welk gewricht wordt behandeld wordt met locale verdoving gewerkt of wordt de gehele arm verdoofd.