Artrose

Artrose van de pols betekent slijtage van het gewricht tussen de 2 botten van de onderarm, het spaakbeen en de ellepijp, en de botjes die zich in de handwortel van de pols bevinden.

Deze slijtage treedt op bij ouderdom, wanneer er ooit een breuk van het polsgewricht is opgetreden of als het polsgewricht jarenlang zwaar werk geleverd heeft. Artrose hoeft niet in de hele pols op te treden, maar kan ook uitsluitend tussen enkele botjes van de handwortel ontstaan. Patiënten met reuma hebben meer kans op het ontwikkelen van slijtage in hand en pols.

Klachten

De klachten bestaan uit pijn bij bewegen en zwelling van de pols. De bewegingen in het polsgewricht worden steeds moeizamer en er ontstaat nachtelijke pijn en (start)stijfheid.

Stellen van de diagnose

Er wordt lichamelijk onderzoek verricht. Ook wordt een röntgenfoto gemaakt, waarop de slijtage goed te beoordelen is.

Behandeling

In geval van reuma wordt soms een operatie uitgevoerd, waarbij het reumaweefsel rondom het polsgewricht verwijderd wordt (synovectomie). Ook kan eerst een rustspalk voorgeschreven worden, die de patiënt draagt als hij pijn heeft aan de pols. Ook een injectie kan tijdelijk de klachten verlichten. Als dit niet meer afdoende helpt, kan een operatie eventueel uitkomst bieden.

Operatie

In diverse gewrichten (heup, knie, schouder) is het plaatsen van een prothese succesvol. Door de lage belastbaarheid en de kans op vroege loslating van de prothese komt wat betreft de pols slechts een streng geselecteerde groep patiënten hiervoor in aanmerking, met name patiënten met reuma.

Een operatie die een voorspelbaar en langdurig resultaat geeft is het vastzetten van de gewrichten (artrodese). Met een plaat wordt de pols vastgezet. De gewrichtvlakjes worden verwijderd en eventueel wordt bot bijgelegd vanuit de bekkenkam. Wanneer het bot volledig vastgegroeid is, is er weliswaar minder beweeglijkheid, maar verdwijnt of minimaliseert de pijn. U kunt de onderarm en de hand wel normaal blijven gebruiken.