Impingement klachten Enkel
Impingement van de enkel is een aandoening waarbij de enkel beperkt wordt in zijn normale beweeglijkheid omdat er iets functioneel in de weg zit (inklemming). De klachten hiervan vinden dus vooral plaats bij maximale flexie (buigen) of extensie (strekken) van het gewricht.
Impingement van de enkel kan worden onderverdeeld in anterieur (of voorste) en posterieur (of achterste) impingement.
Anterieur impingement
Dit is de meest voorkomende vorm. Er is een probleem, vaak in een langere periode ontstaan, aan de voorkant van de enkel. Meestal zijn er meerdere verzwikkingen (distorsies) van de enkel geweest. De pijn bevindt zich zoals gezegd aan de voorkant van het enkelgewricht. Anterieur impingement kan weer worden onderverdeeld twee oorzaken.
Benig: impingement doordat er een botuitsteeksel is ontstaan. Door weke delen: dit wordt niet veroorzaakt door botweefsel, maar door weke delen inklemming. Benige anterieur impingement zit klassiek meer aan de binnenzijde (mediaal) maar kan ook meer aan de buitenkant ontstaan. Typisch is dat deze vorm vooral voorkomt bij voetballers en wordt daarom ook wel eens ‘de voetbal-enkel’ genoemd.
Weke delen impingement kan zich meerdere plekken ontstaan. Meestal zit deze vorm meer aan de buitenkant (lateraal). Het weefsel dat in de weg zit kan bestaan uit littekenweefsel of een deel van een beschadigde stabiliserende structuur (na een enkelbandletsel) of een deel van de buitenste enkelband die strak gespannen staat over een deel van het sprongbeen.
Posterieur impingement
Deze vorm is zeldzamer Hierbij zit de pijn aan de achterzijde van de enkel en kan met name worden gevoeld bij buigen van de enkel (op de tenen staan).
Klassiek is deze vorm vooral aanwezig bij balletdansers. Soms is de reden voor de inklemming een extra bot aan de achterkant van het sprongbeen (os trigonum) of een wat groter uitsteeksel van het sprongbeen op dezelfde plaats (processus dorsalis tali). Een andere reden kan een inklemming of irritatie van de buigpees van de grote teen zijn die achter in de enkel loopt.
Veel mensen hebben overigens een os trigonum zonder dat ze er last van hebben.
Stellen van de diagnose
Naast het vaak typische verhaal is bij anterieure impingement meestal herkenbare pijn aanwezig wanneer je de pijnlijke plek betast. Het aanraken van de pijnlijke plek bij het dorsale impingement is lastiger maar hierbij kan je bij abrupt uitgevoerde passief buigen van de enkel (de dorsale impingement test) vaak herkenbare pijn opwekken.
Pijn bij posterieur impingement treedt op bij het naar beneden bewegen van de voet (plantair flexie).
Gewone rontgenfoto’s zijn vaak voldoende aanvullend onderzoek. Bij anterieur impingement kan nog een speciale opname worden gemaakt die beter dan een gewone foto het benige uitsteeksel kan laten zien (AMI of anteromedial impingement view). Een CT scan of MRI scan kan soms nodig zijn om andere afwijkingen uit te sluiten.
Een injectie van het gewricht met een verdovend middel (lidocaine) en soms een ontstekingsremmer (corticosteroïd) kan soms de diagnose nog wat verder verduidelijken.
Behandeling
De conservatieve behandeling kan bestaan uit fysiotherapie (met name ontlasten/beperkend tapen) of rust. Injecties werken vaak alleen maar tijdelijk en worden eerder gebruikt om de diagnose duidelijk vast te stellen. Verder kan men de (sport) activiteiten die de klachten uitlokken proberen te vermijden.
Operatie
Anterieur impingement is erg geschikt om met een kijkoperatie van de enkel (arthroscopie) te behandelen. Hierbij worden de botuitsteeksels of littekenweefsel tijdens de operatie verwijderd.
De operatie is vaak (ca 80%) succesvol. De succeskans is sterk afhankelijk van de zekerheid waarmee de diagnose is gesteld en verschilt daardoor waarschijnlijk sterk in de literatuur. Ook is het resultaat slechter naarmate er meer slijtage (artrose) van de enkel aanwezig is of indien er sprake is van instabiliteit van de enkel
Ook de posterieur impingment kan worden behandeld met een kijkoperatie of er kan gekozen worden voor een kleine incisie aan de achterzijde van de enkel. Hierbij kan het bosuitsteeksel of het extra botje worden verwijderd en zo nodig de buigpees vrij worden gemaakt.
Nabehandeling
Het herstel na de operatie duurt tussen de 6 en de 12 weken maar zelfs na 12 weken kan er nog subtiel herstel plaatsvinden. Vaak mag de eerste 2 weken na de operatie de enkel niet worden belast maar alleen geoefend.
Risico’s / complicaties
Complicaties kunnen naast infectie of trombose een letsel van een gevoelszenuw van de voet zijn (nervus suralis).