- Elleboog
- Diagnostiek bij elleboogklachten
- Tenniselleboog (epicondylitis lateralis)
- Golferselleboog (epicondylitis medialis)
- De anatomie van het ellebooggewricht
- Conservatieve behandeling van elleboogklachten
- Operatieve behandeling van elleboogklachten
Tenniselleboog (epicondylitis lateralis)
Een veel voorkomende aandoening aan de elleboog is een zogenaamde tenniselleboog (ook wel epicondylitis lateralis genoemd). Een tenniselleboog, epicondylitis lateralis, treedt op als de peesaanhechting van de strekspieren van de pols geïrriteerd / ontstoken raken door veelvuldig repeterende belasting. De klachten bestaan voornamelijk uit pijnklachten aan de buitenzijde van de elleboog, die soms uitstraalt over de onderarm naar de pols. Strekken van de pols wordt als pijnlijk ervaren, evenals druk op de aanhechting aan de buitenzijde van de elleboog. Ook kan er krachtverlies aanwezig zijn.
Aan de hand van lichamelijk onderzoek, een röntgenfoto om andere oorzaken uit te sluiten, en eventueel een echo kan de diagnose gesteld worden.
Er zijn verschillende behandelingen van een tenniselleboog. Elke behandeling heeft een vergelijkbaar succespercentage van ongeveer 70%. Behandeling kan bestaat uit het voorkomen van de overmatige belasting van de pezen. Soms kan lokale drukmassage de pijn verminderen evenals elleboogsbandjes en braces. Bovendien kan fysiotherapie of een injectie met ontstekingsremmende middelen de irritatie doen verminderen. Mocht dit alles geen voldoende effect hebben dan kan operatieve behandeling worden overwogen waarbij de aanhechting van de strekspieren aan de buitenzijde van de elleboog voor een deel worden losgemaakt. Ook hierbij is het succespercentage ongeveer 70%.
Een tenniselleboog is een vervelende aandoening, maar gaat gelukkig in 90% van de gevallen binnen een jaar weer over.