- Elleboog
- Diagnostiek bij elleboogklachten
- Tenniselleboog (epicondylitis lateralis)
- Golferselleboog (epicondylitis medialis)
- De anatomie van het ellebooggewricht
- Conservatieve behandeling van elleboogklachten
- Operatieve behandeling van elleboogklachten
Diagnostiek bij elleboogklachten
Problemen van het ellebooggewricht kunnen pijnklachten geven rondom de elleboog, maar kunnen ook uitstralen naar de bovenarm, de onderarm, de pols en de hand. De botten die het ellebooggewricht vormen kunnen over de het gehele bot pijn doen. Daarnaast verlopen de spieren van de elleboog van de bovenarm tot aan de pols/hand. Om de specifieke oorzaak van de elleboogklachten te vinden zijn er verschillende onderzoeken die de orthopedisch chirurg kan gebruiken. Mede op basis van deze onderzoeken wordt uiteindelijk de diagnose gesteld. De arts zal dan samen met u de behandeling vormgeven.
Röntgenfoto
Bij klachten in de elleboogregio kan een röntgenfoto gemaakt worden om het ellebooggewricht af te beelden. Op deze röntgenfoto zijn de botstructuren zichtbaar van de bovenarm, het spaakbeen en de ellepijp. Kraakbeen, de spieren en bindweefselstructuren zijn niet zichtbaar op deze röntgenfoto.
Bij slijtage (artrose) van het ellebooggewricht zal de schouderkom van vorm veranderd zijn door cystes (donkere holtes), sclerose (wittere lijnen) en/of extra botvorming (osteofyten). De afstand tussen de botstructuren van de bovenarm (humerus) en de ellepijp (ulna) kan zijn afgenomen. Ook wordt het kopje van het spaakbeen afgebeeld. Een gezond gewricht wordt gekenmerkt door een gladde symmetrisch gevormde gewrichtsspleet zonder hoogstand.
Als de röntgenfoto geen verklarend antwoord geeft voor de elleboogklachten dan kan verdere diagnostiek nodig zijn. Er kan bijvoorbeeld een CT-scan gemaakt worden, een MRI-scan of een botscan.
CT-scan
Met een CT-scan (computertomografie) kunnen afbeeldingen gemaakt worden van doorsneden van het lichaam. Deze doorsneden zijn als het ware plakjes van het lichaam waardoor er een driedimensionaal beeld gevormd kan worden. Door de beeldvorming van een CT-scan kunnen de botstructuren en de gewrichten uitstekend gezien worden. Een CT-scan van het ellebooggewricht wordt voornamelijk gemaakt om een breuk van een van de botten in kaart te brengen of om de verhouding tussen de botstructuren te observeren. Soms is het nodig om met contrastvloeistof het gewricht beter af te beelden.
MRI-scan
Een MRI-scan (magnetic resonance imaging) maakt daarentegen gebruik van de magnetische velden van de verschillende weefsels. Hierdoor is bloed, vet en ander weefsel goed te onderscheiden. Door middel van een MRI-scan kan het ellebooggewricht goed worden afgebeeld. De pezen van de spieren rondom de elleboog, het gewrichtskapsel en de gewrichtsbanden zijn hiermee goed af te beelden. Bovendien kan het kraakbeen duidelijk zichtbaar worden, evenals de aanwezigheid van vocht in het gewricht of in het bot (botoedeem). Afwijkingen in deze structuren zijn dan ook vaak goed op te sporen aan de hand van een MRI-scan.
Botscan
Een botscan (skeletscintigrafie) toont hogere activiteit van het skelet door afbraak en/of opbouw. Zogenaamde ‘hotspots’ in het botweefsel worden zo aangetoond. Deze ‘hotspots’ kunnen bijvoorbeeld wijzen op een ontstekingsreactie, infectie of juist een genezingsproces na een breuk.